Droom je mee?
Dit jaar lig ik – in verband met de corona-perikelen iets dichter bij huis – aan de rand van een heerlijk rimpelloos blauw zwembad. De setting is idyllisch. Een zalige temperatuur, blauwe hemel met hier en daar een klein schaduwbrengend wolkje en ingebed in mooi groen met tussen de wijngaarden hoog uitstekende cipressen. Terwijl ik geniet van het uitzicht en het geluid van de krekels, nip ik van mijn aperol spritz. Heerlijk koel en alsof een engeltje op je tong piest. Een plankje met antipasti onder handbereik. Dan ga je vanzelf dagdromen.
Ik realiseer mij dat dit dromen eigenlijk ook veel meer zou moeten gebeuren in het dagelijks werk. Je bijvoorbeeld echt verplaatsen in het leven van de bewoners van een verpleeghuis. Daar wil je immers ook gewoon fijn wonen. Zoveel mogelijk eigen regie in een plezierige en veilige woonomgeving. Als bewoner wil je je gekend voelen en merken dat je mag zijn wie je bent. En dat zou geen droom maar realiteit moeten zijn!
Uiteindelijk gaat het altijd om het geluk van de bewoners. Bovendien geeft dat ook de medewerkers plezier in hun werk: zij zien de bewoners genieten in deze fase van hun leven.
Lessons learned
Het doet me denken aan een presentatie van een projectleider innovatie tijdens de Raad van Toezichtvergadering van een VVT-organisatie. Wat waren daar de lessons learned bij het project innovatie en zorg, gericht op het realiseren van die droom?
Meerdere lessen worden gedeeld in de presentatie en de daarop volgende discussie in de raad. Maar ook de dilemma’s waar je tegen aan loopt.
In ieder geval is het van essentieel belang om een gezamenlijk beleefde visie met elkaar te delen. Immers: mensen hanteren verschillende paradigma’s. Zo is er het algemene klassieke beeld van een ‘gezellig vrolijk klassiek bejaardenhuis’.
Andere realiteit
De realiteit is echter volstrekt anders, met een toenemende zorgzwaarte en soms onrustig zoekende of zelfs dolende dementerende bewoners. Dan is het van belang om hier gezamenlijk te werken aan een visie hoe je de twee verschillende werelden van enerzijds technologische innovatie en anderzijds het absorptievermogen van veranderingen van de organisatie op vruchtbare wijze bij elkaar brengt. Hoe combineer je liefdevolle aandachtige en mensgerichte zorg met de kansrijke innovaties van deze tijd. Hoe ga je om met de gap tussen praktijk en techniek? High tech versus zorgomgeving? Hoe te dealen met de kloof tussen de doelgroep en de status quo in techniek?
Interessant vind ik in dit verband bijvoorbeeld de inzet van domotica, AI, slimme luiers, GPS-technologie met zogenaamde ‘leefcirkels’ of verbeterde ‘uit bed’- en ‘verlaten kamer’-meldingen om bewoners op een verantwoorde veilige manier veel meer bewegingsruimte te bieden. Mobiliteit geeft dan kwaliteit van leven en tegelijkertijd vermindert het problemen zoals immobiliteit en incontinentie.
Of neem de inzet van sociale robots. Op tal van plekken wordt hier al geruime tijd in pilots mee gewerkt. Een voorbeeld is de Zora-robot die zorgt voor activering van ouderen of die de dagstructuur ondersteunt. Ook worden sociale robots ingezet om de schrijnende eenzaamheid onder ouderen te verlichten. Voor al duidelijkheid, ik pleit hier niet voor vervanging van menselijke aandacht van medewerkers door robots. Maar wel voor het nadenken over en experimenteren met innovaties om te zien hoe je het leven van bewoners beter kunt maken en tegelijkertijd een bijdrage kunt leveren aan de enorme tekorten aan gekwalificeerde medewerkers in de zorg.
En dan realiseer je je ineens dat dit geen dagdromen zijn, maar dat deze dromen werkelijkheid in je eigen organisatie kunnen worden. Dus durf ook te dromen in je Raad van Toezicht.